13 juli 2020
Verhalen van docenten

Docent Jeffrey Dam blikt terug op 2 jaar Associate degrees

Jeffrey Dam is kerndocent Engineering bij de Associate degree Engineering. Hij blikt terug op de eerste 2 jaar van de opleiding.


Jeffrey Dam is kerndocent Engineering bij de Associate degree Engineering. Hij blikt terug op de eerste 2 jaar van de opleiding.

Waarom koos je voor een baan als Ad-docent?

“Ik was docent Engineering bij HZ University of Applied Sciences. Toen de Dienst Onderwijs, onderzoek en kwaliteit polste wie er interesse had om mee te werken aan de ontwikkeling van een Associate degree Engineering, heb ik me direct aangemeld. Ik ben een echte ontwikkelaar, dus ik wilde heel graag meebouwen aan die nieuwe opleiding. Het leek me een mooie uitdaging om nu vooral mbo-studenten aan te spreken. Die stromen toch wat minder makkelijk door naar het hbo. Bovendien woon ik in Roosendaal. Dat daar een hbo-instelling zou komen, vond ik ook mooi. Na die 2 jaar ontwikkelen, wilde ik graag zelf lesgeven. Ik wilde zien of wat we bedacht hadden goed werkte in de praktijk.”

Hoe was het om de opleiding mee vorm te geven?

“In die 2 jaar ontwikkeling hebben we alleen het eerste jaar geschreven. Het tweede jaar moesten we nog bouwen toen de opleiding al begonnen was. Dat was immens druk. Maar dat hoort ook wel bij het onderwijs, er verandert altijd veel. En een 2-jarige opleiding is nog meer in beweging. Daar ben je als docent eigenlijk continu het oude programma aan het uitvoeren en aan het bewaken, terwijl je tegelijkertijd het nieuwe programma creëert. Dat is ook wel gelijk het voordeel voor het werkveld: we kunnen ontzettend snel bijsturen, waardoor we goed aan de eisen uit de praktijk kunnen voldoen.”

“Wij werken veel vanuit praktijkopdrachten van bedrijven. Daarom is ons programma zo gebouwd dat er altijd ruimte is voor gastlessen en extra modules die aansluiten bij die opdrachten. Die modules moet je dus steeds opnieuw ontwikkelen. Dat vraag flexibiliteit van een docent. Deze manier van lesgeven is daarom ook niet voor iedereen weggelegd. Als Ad-docent ga je veel minder uit van een standaardprogramma dat je ieder jaar opnieuw afdraait. Het is veel meer op het moment onderwijs schrijven dat past bij het vraagstuk uit het werkveld. Dat moet je leuk vinden.”

Wat is het verschil tussen lesgeven aan bachelorstudenten en aan Ad-studenten?

“Voor het vak Engineering is het verschil niet zo groot. Maar de manier van lesgeven en begeleiden is wel anders. Net als de opbouw. In de Ad-opleiding zit van het begin af aan veel meer focus dan in de bachelor. We zoomen gelijk in op allerlei beroepsonderwerpen. Dat werkt goed voor de studenten. En we bereiden onze studenten voor op een 40-urige werkweek. Ze zijn hele dagen hier op school. Ze krijgen geen colleges van 3 kwartier, maar blokken van 3 uur. Daarin geef je als docent alleen het eerste half uur een instructie, daarna gaan studenten zelf aan de slag met de verdere uitwerking. Tussendoor kunnen studenten bij ons terecht met vragen en aan het einde van het lesblok doen we nog even een recap om te zien of de stof is aangekomen.”

Wat vond je van de eerste lichting Ad-studenten?

“Het is een heel gemêleerde club. We spreken natuurlijk de mbo-studenten aan. Die zijn al wat ouder, kiezen bewuster voor nog 2 jaar studeren dan havisten die voor het eerst een vervolgopleiding gaan doen. Maar ook die hebben we in onze opleiding zitten. En we hebben studenten van rond de 30, die al een tijd hebben gewerkt en nu dus opnieuw voor een opleiding kiezen. Zij zijn ook veel bewuster met hun opleiding bezig.”

“Dat onze studenten over het algemeen wat meer intrinsiek gemotiveerd zijn, is voor mij als docent heel leuk. Ik vind het lastig om geen interactie met mijn studenten te hebben. Om zo’n groep voor me te hebben die zegt: ‘Wat moet ik leren vandaag?’ Ik leg dat veel liever bij mijn studenten zelf. Ik vraag ze wat ze van mij nodig hebben en dat krijgen ze dan van mij. Dat werkt bij Ad-studenten een stuk beter dan bij bachelorstudenten. Aan de andere kant moeten we studenten van het mbo echt leren om eerst te denken voordat ze gaan doen. Die zitten nog heel erg in een doe-modus.”

“Maar al die verschillende studenten zorgen voor een heel leuke wisselwerking. We hebben nu zo’n 30% havisten, 60% mbo’ers en dan nog 10% mensen die uit het werkveld komen. We zorgen ervoor dat zij in goed gebalanceerde groepen aan projecten werken, zodat ze veel van elkaar kunnen leren. En dat werkt. We horen van het bedrijfsleven terug dat onze studenten heel taakvolwassen zijn tijdens het afstuderen. Meer nog dan bachelorstudenten. Dat is een enorme pluim.”

Wat vind je het leukst aan de begeleiding Ad-studenten?

“Ik heb een quote aan de muur van het lokaal hangen: ‘Engineering is a joy forever’ en dat probeer ik ook echt te bereiken met mijn studenten. Ik maak graag een feestje. Als studenten een project goed afronden, als iets goed blijkt te werken. Ik vier hun successen met ze, zodat ze zich gehoord en gekend voelen. Dat vind ik het allerleukste. Zonder die studenten is er helemaal geen onderwijs. Dat vertel ik ze ook altijd. Zij zijn onze ambassadeurs en de co-creators van de opleiding.”

Wat zijn de plannen voor de toekomst?

“O, we hebben nog zo veel plannen! Voor de opleiding Engineering hebben we nu 3 uitstroomprofielen: Elektrotechniek, Mechatronica en Werktuigbouwkunde. Maar dat zijn meer schoolprofielen. We willen daar graag beroepsprofielen van maken. Het idee is dat studenten binnen een profiel dan 2 jaar lang aan eenzelfde soort beroepscontext werken, zodat we ze echt klaarstomen voor een specifiekere branche. De profielen die we onderzoeken op dit moment zijn Engineering en Zorg, Engineering en Logistics, Engineering en Smart Industries en Event Engineering. Met zulke specifieke profielen trek je ook weer een ander soort studenten. Hopelijk ook wat meer dames. En dit zijn ook profielen waar het werkveld in onze omgeving behoefte aan heeft. Er liggen natuurlijk ook mooie uitdagingen voor engineers in de energietransitie en in duurzaamheid, maar daar kijken we scherp of er voldoende werkgelegenheid is in de regio. We zouden het jammer vinden als onze studenten na hun afstuderen ver moeten verhuizen voor werk. Dat is niet onze insteek.”

Wat heb je geleerd van de afgelopen 2 jaar?

“Dat dingen vaak wel kunnen, ook al roepen sommige mensen dat het niet kan. Als je het echt wilt en je hebt uiteindelijk de organisatie en je team mee, dan kan het gewoon. Omdenken!”

Waar ben je trots op?

“Op de studenten. Alle studenten die nu afstuderen hebben een baan aangeboden gekregen. De bedrijfsbegeleiders waren heel erg te spreken over hun taakvolwassenheid, hun aanpak, hun zelfstandigheid. Tot dusver hadden de begeleiders nog niet eerder Ad-studenten gehad. Ze vonden dat ze het bachelorniveau evenaarden of overstegen, zeker op die aspecten.”

“Verder ben ik trots op de studenten die doorgaan naar de bachelor. Die er bewust nog 2 jaar aan vastplakken om dat diploma te halen. Daar zitten ook studenten tussen die voor een Ad kozen nadat ze stopten met de bachelor. Nu zijn ze zo gegroeid dat ze er vertrouwen in hebben dat ze hun weg in dat systeem wel gaan vinden. Dat ze in 2 jaar tijd echt heel volwassen personen geworden zijn.”

“En ik ben erg trots op het hele opleidingsteam. De lichting die nu afstudeert, kwam naar een Open avond in een parkeerkelder, waar ze bij -10° C naar onze presentaties luisterden. Ze schreven zich in voor iets wat nog niet bestond en wat we hen nog niet konden laten zien. Als we dan nu horen dat ze het hartstikke soepel vonden gaan en ze nooit het idee hebben gehad dat de opleiding nieuw was, dan hebben we het toch goed gedaan samen.”